Indien er een canon voor Belgische beeldende kunst zou worden opgesteld, zou het pronkstuk van het mudel, Bietenoogst, hoog bovenaan prijken. Culture Club en Radio 1 vroegen welk Belgisch kunstwerk scholieren verplicht zouden moeten gaan zien. Met de tips van kunstenaars, curatoren en luisteraars werd een kleine maar krachtige canon van kunstwerken opgesteld die je minstens één keer in je leven moet gezien hebben. Een week lang kon elke cultuurminnaar zijn stem uitbrengen.
Bietenoogst, gehuisvest in het Museum van Deinze en de Leiestreek en geschilderd door Emile Claus belandde op de negende plaats.
Volkomen terecht. Het monumentale schilderij van 3,2 op 4,8 meter blijft imponeren en laat zijn toeschouwers niet onberoerd. Toen Emile Claus het in 1890 schilderde, veroorzaakte het schilderij heel wat deining in de chique salons van Brussel tot Parijs. Op zon groot formaat het boerenleven in de kijker zetten, was gedurfd.
Emile Claus lokaliseerde het doek op een steenworp van zijn woning Villa Zonneschijn en kende de boeren die hij op het tafereel portretteerde persoonlijk. Het ophemelen van het boerenbestaan op een ogenblik dat er vooral weidse landschappen geschilderd werden, veroorzaakte een donderslag binnen de schilderkunst. In 1942 schonk de weduwe van Claus het reusachtige doek aan de Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze, wat onrechtstreeks de aanleiding was voor de bouw van het mudel.
Hiermee staat Bietenoogst in een impressionant rijtje kunstwerken waarvan de top drie werd toebedeel d aan Het Lam Gods (Jan en Hubert Van Eyck - Sint-Baafskathedraal Gent), Het Rijk der lichten (René Magritte – Magrittemuseum Brussel) en Intrige (James Ensor - KMSKA Antwerpen).
Als dat geen reden is om eens naar Deinze af te zakken.